Palermo, dat is andere koek.

We hebben prima geslapen, in het stadion. We hadden geen wekker gezet en dat blijkt ook niet nodig, want rond half acht meldt de verkeersleider zonder verkeersleidersfluitje (zie gisteren) zich om mee te delen dat hij de poort heeft geopend en dat we, als we dat willen, het stadion kunnen verlaten. Nu pas zien we dat hij niet alleen kromme benen heeft, maar ook bloemkooloren. Hijzelf vindt het blijkbaar niet erg, want zijn gezicht is voortdurend één grote glimlach. We bedanken ‘Oortjes’ en wensen hem een prettige dag.

We tanken bij een Q8-station (de wijn is hier bij wijze van spreken goedkoper dan de brandstof) en sukkelen richting Palermo. Dat we dichterbij Palermo komen is, is te merken aan verschillende dingen. Uiteraard verandert het landschap: van groen, sinaasappel- en citroengaarden en zeekijkjes in grijsachtig, veel flats, veel zwerfvuil en overvolle havenkades. Maar we merken het vooral aan het toenemende verkeer en het gedrag van de verkeersdeelnemers. Links èn rechts inhalen? Geen probleem. Met vier rijen naast elkaar rijden op een tweebaansweg? Waar maak je je druk over? Claxoneren of je leven ervan afhangt, terwijl er niets aan de hand is? Moet kunnen! U hebt een mooie, onbeschadigde camper? Wij, Palermoanen (Palermoëzen?) doen ons best er een lelijke, beschadigde camper van te maken als u niet stopt voor groen!
Het lukt ons toch om de camperplaats schadeloos te bereiken. Lachend, want humoristisch is het ook en we denken dat het in de genen zit, of zoiets, dus waar maken we inderdaad druk om?

De stad
We pakken de bus en laten ons naar het oude deel van de stad brengen. Wat er ook gebeurt, we willen vandaag in elk geval twee dingen zien: de Fontana Pretoria en de Cattedrale della Santa Vergine Maria Assunta (Kathedraal van de Maria-Tenhemelopneming). Dat lukt ons ook en beide oogsten veel lof, althans bij ons. Onderweg passeren we bovendien het Teatro Massimo en de Porta Nuova en natuurlijk maakt Jaap kiekjes van min of meer opvallende onderwerpen. Als we vragen hebben of iets niet kunnen vinden, vraagt Anneke subiet een medebuspassagier of passant hoe of wat en steeds worden we behulpzaam en vriendelijk te woord gestaan. Sicilianen zijn gewoon aardig!

Aan het eind van de middag zijn we terug in de camper. Morgen willen we so wie so naar Monreale, op acht kilometer van Palermo. Want, zo zegt een Siciliaans gezegde: ‘Hij die naar Palermo gaat zonder ook Monreale te bekijken, komt als een ezel en gaat als een varken terug’. Dat is duidelijk genoeg.

Fontana Pretoria (info)
De Fontana Pretoria werd in de zestiende eeuw geplaatst op het Piazza Pretoria, dat speciaal voor de fontein is aangelegd. De fontein werd oorspronkelijk in opdracht van de Spaanse onderkoning van Napels, Pedro Álvarez de Toledo, gemaakt voor zijn Florentijnse villa door een aantal beeldhouwers uit Florence. Don Pedro overleed echter voor de voltooiing van het werk in 1554. Zijn zoon verkocht de fontein in 1573 aan de stad Palermo. Nog in hetzelfde jaar werd er een plein aangelegd voor het Palazzo Pretorio, tegenwoordig het stadhuis, en de Dominicaanse kerk Santa Caterina. Daar werden de 644 onderdelen van de fontein in elkaar gezet. De, aan het eind van de vorige eeuw volledig gerestaureerde, fontein heeft een omtrek van 133 meter en is 12 meter hoog. Op de fontein staan vele beelden van riviergodinnen en nimfen. Aangezien het merendeel van de beelden naakt is, wordt de fontein ook wel de ‘Fontein van de schande’ genoemd.

Cattedrale della Santa Vergine Maria Assunta; kortweg Cattedrale (info)
De Cattedrale is de belangrijkste kerk van Palermo. De kathedraal wordt gekenmerkt door de vele bouwstijlen ten gevolge van een lange geschiedenis van uitbreidingen, wijzigingen en restauraties, waarvan de laatste in de negentiende eeuw plaatsvonden. Het indrukwekkend bouwwerk staat aan een plein aan de Corso Vittorio Emanuele.
Op de plaats van het huidige gebouw werd reeds in de zesde eeuw, ten tijde van Paus Gregorius I, een kathedraal opgericht. De Arabieren maakten, na hun verovering van Sicilië, van de kathedraal een moskee. Tot deze Grote Moskee behoorde niet alleen het gebedshuis voor het vrijdaggebed, maar ook de madrassa, een bibliotheek en een badhuis. Nadat Roger I Palermo had veroverd op de Arabieren, werd de moskee wederom de zetel van het aartsbisdom Palermo.

Toen de oude kathedraal in 1169 door een aardbeving zwaar beschadigd raakte, besloot aartsbisschop Walter het gebouw volledig af te breken en een nieuw te bouwen. De nieuwbouw vond plaats in de jaren 1179-1185 en was een typisch voorbeeld van de Arabisch-Normandische architectuur. Niet alleen de oorspronkelijke kathedraal werd gesloopt, maar ook de bijgebouwen van de Grote Moskee.
Van de veertiende tot de zestiende eeuw werd het gebouw meermalen uitgebreid. Het hoofdportaal werd van de westzijde naar de zuidzijde verplaatst en daarvoor werd een groot plein aangelegd. Het zuidelijke portaal werd rond 1465 gedecoreerd in de Catalonische laatgotische stijl.
In de jaren 1781-1801 werd het aanzien van de kathedraal aanzienlijk veranderd door de architect Ferdinando Fuga door grootschalige renovaties van het exterieur en interieur. Fuga bouwde een neoclassicistische koepel boven de kruising en verving de daken van de zijbeuken door een reeks van kleine koepels. Het interieur kreeg een classicistisch uiterlijk doordat Fuga de kolommen tussen het schip en de zijbeuken, met hun gotische spitsbogen, verving door een massieve pilaren en bogen.
De laatste veranderingen aan de kathedraal vonden plaats in de negentiende eeuw toen de grote westelijke klokkentoren een neogotisch uiterlijk kreeg.